Op 13 december 2016 spraken we over teksten uit Tenach, Bijbel en Koran. Ieder had een tekst uitgezocht die hem of haar erg aansprak.
Genesis 18
Andy Deutsch
Een van de krachten van bijbelse verhalen ligt in de scherpe overgang van de ene situatie naar de andere. In dit hoofdstuk lees je dat Awraham idyllisch in Mamre voor zijn tent zit en verder op hoe Awraham bereid was zijn zoon Isaac op te offeren. Awraham heeft zijn verbond met G`d al gesloten. G`d belooft veel nakomelingen en land van de Nijl tot de Eufraat.
Awraham is 99, zichzelf, zijn zoon Isjmael en alle mannelijke huisgenoten besneden.
Hij zit voor zijn tent, op de heetst van de dag (misschien zijn de ultra violette stralen gezond voor de besnijdeniswonden, alle vier openingen (4 windstreken), van de tent zijn open, zodat niemand als gast hoeft rond te lopen om naar binnen te gaan. Via gastvrijheid wil hij het monotheïsme verspreiden (zendeling/missionaris).
Er komen drie mensen/engelen aanlopen.
Met de oosterse culturele spreektaal vertelt Awraham;
Mijne heren, als ik toch genegenheid moge vinden in uw ogen, ga uw dienaar niet voorbij. Laat water halen om uw voeten te wassen en een stukje brood zodat u zich verkwikken kunt. Awraham vraagt Sarah/Sarai brood, mals vlees, boter en melk te halen.
Valt op dat zuivel en vlees in een maal benut wordt terwijl dit niet koosjer/geoorloofd is. Engelen eten toch niet of komt het misschien dat de Tora met Koosjer regels nog niet aan het joodse volk gegeven is.
We zien dat Awraham brood belooft, maar met een acht gangen maal aankomt. Een rechtvaardige geeft/doet altijd meer dan hij belooft. Dit is de ethische les. Bij de maaltijd wil Awraham ook bidden oftewel G`d bedanken. Met brood wordt tora-onderricht bedoeld, afstand van de materie en het spirituele benaderen. Het brood des levens.
Micha 6: 6-8
Cokkie Groot
Ethiek is een doorslaggevende factor in de profetie. Niet-ethisch handelen veroorzaakt verval en verloedering. De heersende klasse wordt aangesproken.
Voorafgaand aan “mijn” tekst lezen we een uiteenzetting van wat de Eeuwige allemaal gedaan heeft.
Dan volgt de vraag:
Wat moet ik doen, nalaten, inleveren, offeren, enz. om de Eeuwige tegemoet te komen? Wat is mijn antwoord op die grootheid?
Antwoord op de vraag:
Hij heeft je toch gezegd, mens, wat goed is!
Wat vergt de eeuwige anders van je dan mishpat (recht) te doen
en chèsed (zorg voor de medemens) lief te hebben
en bescheiden (er staat veeleer: behoedzaam) te gaan met je God.
Recht doen en chèsed nastreven zijn de pijlers van de ethiek: zorg van mensen voor mensen.
Deze tekst raakt aan de wijsheidsliteratuur.
Er is “gerechtigheid” tsedakah, mensen tot hun recht laten komen, en “recht” mishpat, rechtsoordeel. Het eerste is uitgangspunt voor het tweede.
Vergelijk Deuteronomium 10: 12-13. Mozes zegt tot het volk:
Israël, bedenk dus dat de Eeuwige, uw God, niets anders van u vraagt dan dat u ontzag voor hem toont,
dat u de weg volgt die hij u wijst,
dat u hem liefhebt, hem met hart en ziel dient
en zijn geboden en wetten, die ik u vandaag voorhoud, naleeft;
dan zal het u goed gaan.